Op de eerste zonnige lentedag van dit jaar, nog net voordat Corona onze appgroepen, ons werk en onszelf en onze dierbaren gijzelde, zat ik in een strandtent de balans op te maken van een half jaar ondernemerschap. En ik besefte me dat mijn sprong in het diepe begon bij één simpele vraag. De ‘vraag der vragen’.
Ik werkte met veel plezier bij House of Performance, toegegeven, het mooiste adviesbureau van Nederland. En toch knaagde het. Ik wilde nog meer doen waar ik echt blij van werd, waar ik anderen mee kon raken. En ik durfde de stap niet te zetten. Ik had altijd een excuus om veilig te blijven zitten waar ik zat. Totdat ik precies dit interne proces en mijn voornemen om voor mijzelf te beginnen deelde met de partner van het bureau.
Zijn reactie was. “Joh, wat fijn dat je je proces met me deelt. Wat gaaf voor jou en ook jammer voor ons dat je dit wilt doen.” En toen kwam ie, de vraag of no return… “Wat kan ik voor je doen om dit mogelijk te maken?”
Ik heb hier vast allerlei antwoorden op gegeven die ik niet meer weet. Iets met opleidingen volgen, goed af kunnen ronden en dat soort zaken. Ik weet het niet meer en het deed er niet toe. Want die vraag, precies die ene vraag, was alles wat ik nodig had. Die gaf me het vertrouwen dat ik dit kon. Die gaf me de schop onder mijn hol die ik nodig had om op send te drukken bij mijn ontslagbrief. Die gaf me de steun en de overtuiging dat het zo goed was.
Dus. Waar het kan pas ik ‘m nu toe. Die vraag der vragen. De “wat kan ik voor je doen?”. Niet om iemand te redden. Niet om mijn meerwaarde of onmisbaarheid aan te tonen. Vanuit gelijkwaardigheid. Vanuit de intentie om ruimte te scheppen. Om anderen in staat te stellen grinta te tonen, te groeien en nieuwe geitenpaden te verkennen. Want dat is wat ik nu doe.
En…stel jij ‘m al?
Opmerkingen